Ik ruik overal aan.
Altijd al gedaan.
En ja, ik bedoel écht overal.
Nieuwe boeken? Heerlijk. Dat lichte glanslaagje op het papier, de mix van drukinkt en net-geopend-karton... fantastisch. Nieuwe schoenen? Subliem. Dat mengsel van lijm en rubber. Nieuwe kleding? Nog beter. Dat typische luchtje van vers fabriekswerk en nog-niet-gedragen. Een nieuwe auto? Pure extase. Je zou me er een weekend in kunnen opsluiten, ik klaag niet.
Of de geur van schilderwerk! En dan lijm. Niet zomaar lijm... Velpon. Die geur is een klasse apart. Een mengsel van chemisch, schoon en iets wat eigenlijk verboden lekker is. Iedereen die ooit Velpon heeft geroken weet: het hoort niet, maar het is zó goed.
Mijn neus heeft altijd honger. Ik steek m’n neus in een net gekocht shirt, in een boek, in een pakketje, in een kaars, in een bos bloemen. Niet voorzichtig... nee, vol erin. Alsof ik even moet weten of het leven nog de moeite waard is.
Ik ruik aan benzine als ik tank.
Ik ruik aan wasmiddel in de supermarkt.
Ik ruik aan parfumtesters alsof ik op auditie ben voor een nieuwe identiteit.
En als iets écht goed ruikt, dan blijf ik erbij hangen als een kat bij een open blikje tonijn.
Geur is geen detail, het is hoofdzaak
Ik begrijp niet hoe mensen kunnen zeggen: “Ik hou niet zo van sterke geuren hoor.” Hoe dan? Dat is alsof je zegt: “Ik proef m’n eten niet.” Wat doe je met je leven?
Geur maakt álles beter. Een nieuwe tas. Een vers pak koffie. Een schoon huis. Een goed ruikend mens. Ruikt het lekker, dan klopt het gewoon. Ruikt het niet, dan klopt het niet? Einde verhaal.
Mannen en geur (ja, dit moet even)
Een man die lekker ruikt, wint het leven. Het maakt niet uit hoe hij eruitziet of wat hij zegt... als z’n geur klopt, is alles goed. Ruikt hij daarentegen naar stress, oud zweet of goedkoop wasmiddel: exit.
Geef me hout, amber, iets kruidigs of net dat vleugje citrus en ik ben verkocht. Een geur die je goed ruikt, genoeg om het te missen als hij wegloopt. Zo hoort het.
Mijn parfums? Mijn trofeeën

Ik heb een plank vol flessen waar ik dagelijks doorheen snuffel alsof het een wijnkelder is. Scandal, Lady Million, La Nuit Trésor, Manifesto, Fame… ze staan er allemaal. Mijn auto ligt ook vol. Ik kies niet op stemming of gelegenheid, ik kies op zin. Soms wil ik intens, soms iets liefs, soms gewoon alles tegelijk. Mijn badkamer ruikt naar een dure parfumerie die net is overvallen door iemand met smaak.
De jongens op mijn werk zeggen weleens: “Wij ruiken het altijd al als je binnen bent.” Waarop ik altijd antwoord: “Beter dat dan zweet, toch?” En mijn vriendin? Die loopt standaard te klagen over “die walm die jij weer meeneemt”. Dan kijk ik haar trots aan en zeg: “Dat is geen walm. Dat is aanwezigheid.”
Ik heb geen spirituele uitleg.
Geen diepere betekenis.
Ik ruik gewoon graag aan dingen.
Het is mijn hobby, mijn guilty pleasure, mijn zintuiglijke sport. De wereld ruikt fantastisch, als je tenminste de moeite neemt om eraan te snuffelen.
Dus ja: ik heb een geurfetisj.
En eerlijk? Het ruikt heerlijk.
En toen heb ik het ChatGPT gevraagd
Voor de grap heb ik laatst eens mijn hele parfumcollectie door ChatGPT gehaald. Tien flesjes. Van Fame tot Cristobal, van Scandal tot Boss Women... en AI mocht analyseren wat mijn neus eigenlijk zegt over mij. En wat bleek? Ik blijk officieel verslaafd aan bloemig, warm en een tikkie zwoel.
Alles met jasmijn, vanille, amber, sandelhout of patchouli krijg ik kennelijk niet genoeg van. Oftewel: ik hou van geuren die niet verlegen zijn. Ze moeten binnenkomen, blijven hangen en drama hebben. Het soort geur dat een kamer vult vóór jij binnenkomt en nog blijft hangen als jij al weg bent.
Ik noem het geen voorkeur, ik noem het karakterconsistentie.
En eigenlijk is het dus niet meer dan logisch dat ik van mijn geurverslaving mijn werk heb gemaakt. Dat ik geurblokjes verkoop en mijn eigen geurkaarsenlijn “Essence of Elements” ben gestart, voelt als het meest natuurlijke wat ik kon doen. Als je toch al overal aan ruikt, kun je er net zo goed een bedrijf van maken.
Even serieus: geur en je brein
Er zit trouwens ook wat wetenschap achter mijn geurneurosis. De hersenen verwerken geur rechtstreeks via het limbisch systeem — het deel dat emoties en instinct regelt. Daarom kun je niet rationeel besluiten of iets lekker ruikt. Je lijf beslist al vóór je hoofd erbij is. Geur beïnvloedt stemming, geheugen en zelfs aantrekkingskracht. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat mensen onbewust partners kiezen met een geur die past bij hun immuunsysteem. Met andere woorden: je neus weet eerder wat goed voor je is dan je Tinder-profiel.
Dus als ik zeg dat geur voor mij hoofdzaak is, bedoel ik dat letterlijk biologisch gezien. Geur is mijn sport, mijn hobby, mijn levensstijl en mijn lichte afwijking. Ik ruik overal aan omdat het lekker is. Niet omdat ik iets zoek. Omdat ik het vind. In lijm, in benzine, in parfum, in mensen.
Dus mocht je me ooit zien in een winkel, neus diep in een doos nieuwe voorraad: nee, ik ben niet gek. Ik ben gewoon even gelukkig.
En als iemand ooit zegt: “Wendy, je hebt echt een probleem met geur.” Dan zeg ik: “Klopt. En het ruikt fantastisch.”